Sladressing 2010

Het leek een wet van Meden en Perzen: sladressing maken. Drie delen olie, één deel azijn. En dan – afhankelijk van je gerecht waar de sla bij ging – nog wat dingetjes zoals mosterd, honing of een sjalotje. En uiteraard peper en zout. Tot Jamie roet in het eten en iets anders in de sladressing gooide. Deze dressing maak ik vaak in de zomer omdat ‘ie zo lekker fris en fruitig is. Gebruik ‘m alleen bij stevige slaatjes, zoals spinazie, kool of wortel (zoals op de foto). Voor lichte sla is de dressing te zwaar namelijk. En er gaat een teen knoflook in, dus eet ‘m alleen wanneer je die avond de deur niet meer uithoeft.

Komt ie: boen van een citroen de schil goed schoon onder stromend water en rasp de schil dun. Snijd de citroen doormidden, verwarm wat olijfolie in een koekenpan en leg hierin de citroenhelften met het snijvlak naar beneden. Bak ze tot ze bruin zijn (de suikers in de citroen zijn nu gekarameliseerd). Meng 2 flinke eetlepels crème fraîche met zout, peper, een teen geperste knoflook, een eetlepel olijfolie en de citroenschil. Pers een citroenhelft erboven uit en mix alles. Proef even. Als de dressing nog een zuurtje kan gebruiken, pers je ook de andere citroenhelft erboven uit. Hiernaast met wortel/koolsla, lekker bij de BBQ of gebraden merguezjes en wat stokbrood.