De kookbattle
Het concept: de deelnemers kopen per gang twee of drie willekeurige ingrediënten, behalve voor de gang die ze zelf gaan bereiden. Iedereen kookt een gang, met dus onbekende ingrediënten. Het is eigenlijk doodsimpel maar het kostte drie mailtjes en een kwartier telefonische uitleg voor ik een beetje begreep wat de bedoeling was.
Maar goed, hooggespannen verwachtingen dus. Er zouden nieuwe smaakcombinaties en gastronomische hoogstandjes op tafel komen van heb ik me jou daar. We zouden kook-, bak-, snijd-, fileer- en monteermethoden toepassen waar ze bij El Bulli een puntje aan kunnen (eh… kónden) zuigen. Het zou, kortom, een ontzettend inspirerende en leerzame avond worden.
Ik leerde die avond twee dingen:
- Mannen houden van voetbal
- Mannen houden van blote vrouwen
Dat zit zo: de andere twee (mannelijke) deelnemers hadden besloten dat ik het hoofdgerecht toegewezen kreeg met als egostrelend argument dat ik nu eenmaal de meeste ervaring heb in de keuken. Pas later begreep ik dat de bereiding van het hoofdgerecht – die doorgaans de meeste tijd in beslag neemt – heel toevallig precies viel in de periode dat Studio Sport de samenvatting uitzond van de gespeelde voetbalwedstrijden. Dus terwijl de mannen voetbal keken, maakte ik van runderstaart, aubergine, venkel, coquilles, linzen, artisjokbodems en yoghurt een linzenstoof met aubergine gestoofd in bouillon van runderstaart, geserveerd met gegrilde coquilles, korianderyoghurt en een salade van venkel en artisjokbodems. Af en toe klonk er uit de woonkamer nog wel een obligaat ‘Als we ergens mee moeten helpen dan roep je wel hè!’ Tuurlijk.
Om de rolbevestiging nog extra kracht bij te zetten deden de mannen de afwas, waarna de ene man aan het toetje begon.
En toen verscheen de overbuurvrouw voor het raam.
Naakt.
De yoghurtsabayon bij het toetje had meer weg van roerei.
Eigenlijk was alleen de gele bieten-appelsoep (met gebakken cantharellen en croutons van oude geitenkaas) gelukt, culinairtechnisch gesproken dan.
Voor vier personen: kook een pond gele bieten in circa 50 minuten gaar. Snijd 200 gram oude geitenkaas in blokjes van circa 1,5 bij 1,5 cm, haal ze door wat bloem en frituur ze tot ze goudbruin zien. Dit hoeft niet per se in de frituurpan; je kan ook wat zonnebloemolie verwarmen in een steelpannetje. Schil de bietjes als ze zacht zijn gekookt en schil ook twee appels. Snijd de bietjes en appels in stukjes. Hak een ui en een teen knoflook fijn en fruit even aan in olijfolie in een soeppan. Voeg de gesneden bieten, appels en een liter groentebouillon toe. Breng aan de kook en laat een paar minuten goed doorkoken. Snijd twee flinke handen schone cantharellen iets kleiner en bak ze op hoog vuur tot al het vocht verdampt is. Breng ze op smaak met zout en peper.
Zet een staafmixer in de pan en pureer de soep. Doe dit voorzichtig: haal de pan eerst van het vuur en breng de staafmixer niet uit de soep omhoog tijdens het pureren want dan zitten je hele keuken en jijzelf onder de hete soep. Als de soep te dik is kan je nog wat bouillon toevoegen. Zet de pan terug op laag vuur, voeg een deciliter slagroom toe, breng op smaak met zout en peper en meng goed door. Schenk de soep in de borden, leg de cantharellen in het midden van het bord en verdeel daaromheen de geitenkaascroutons.
2 Comments
Tja, denk overigens wel dat je gelijk hebt. Deze man houdt er in ieder geval ook van. Mis dus de details van de actie van die overbuurvrouw haha.
Ja sorry Janneke, dat soort praatjes leidt natuurlijk enorm af van de mooie gerechten die je beschrijft 😉 Leuke blog! Ga ermee door hoor !!!
Grt en x
Ed
verbaas mij over je conclusie waar mannen van houden…