het is dus toch zover gekomen
In Yorkshire is het eten zoals je zou verwachten in Engeland: veel, flauw en weinig subtiel. De eerste lunch – een kolossaal witbrood met laffe mayo en gepocheerde kip – beloofde althans weinig verrassingen voor ons driedaagse bezoek aan Engeland. Terwijl we de sandwich naar binnen langetandden, geselde buiten de regen de Yorkshire Dales. Tot zover alles Engels.
Maar omdat ons bed & breakfast zich pal naast de beste pub van de regio bevond, aten we die avond best heel behoorlijk. Makreelpaté, grotchampignons op toast en buikspek.
En de brokken gember (het geheime ingrediënt van b&b eigenaar Sean) die we de volgende ochtend vonden in de huisgemaakte granola gaven de normaal zo vredige Engelse ochtenden een flinke opdonder.
Die middag begon de zon ook nog hard te schijnen en even dreigden al deze ongeregeldheden ons beeld van Engeland te verstoren. Maar op de terugreis zaten we in het vliegtuig naast een paar zwaar geplamuurde, hooggehakte en kortgerokte Engelse dames onderweg naar een loeiordinair vrijgezellenweekend in Amsterdam. Gerustgesteld togen we naar huis, waar ik meteen de granola van Sean probeerde te maken.
Verwarm de oven voor op 180 graden. Meng 100 ml appelsap met 4 eetlepels honing, 1 flinke eetlepel kaneel, 1 eetlepel zonnebloemolie en een snufje zout. Meng 300 gram havermoutvlokken met 200 gram grof gehakte hazelnoten, 150 gram zonnebloempitten en 10 blokjes fijngesneden gekarameliseerde gember. Meng dit weer met het appelsapmengsel. Bak de muesli op twee met bakpapier belegde bakplaten in ongeveer 25 minuten goudbruin. Schep de muesli elke 7 minuten om. Gooi, als het mengsel is afgekoeld, nog 100 gram rozijnen door de granola. Bewaar in goed af te sluiten pot of bak, dan kan je er een week of 2 mee vooruit.
Geef een reactie